Wie wil ik zijn in het licht van mijn leiderschap? Bezinning en reflectie op eigen gedrag en handelen kosten energie en doen soms pijn. Maar is het niet juist twijfel die tot groei en ontwikkeling leidt?
Au, au ik groei
Jaaaa, ik heb een nieuwe baan als directeur van een middelbare hotelschool! Ik spring een gat in de lucht van blijdschap en trots. De eerste maanden neem ik de tijd om zicht te krijgen op de school en de organisatie. Ik krijg in beeld wat er goed gaat en wat niet. Het wordt me duidelijk dat het een klus zal zijn om onderwijs en bedrijfsprocessen op orde te krijgen. Er zijn momenten dat ik me op mijn achterhoofd krap en denk: “waar ben ik aan begonnen?” Maar ik ben gemotiveerd, weet welke stappen er gezet moeten worden en voel me voldoende bekwaam om het aan te gaan.
Er is één situatie die me echt zorgen baart. Resultaten en voortgang worden geregistreerd in een systeem dat door een collega zelf gebouwd is. Niemand snapt hoe het in elkaar zit en hij werkt er doorlopend hard aan. Met een groeiend leerlingenaantal en een groeiend aantal opleidingen is de klus steeds complexer geworden. Centraal wordt gewerkt aan de aanschaf van een leerlingenvolgsysteem maar dat is het komend schooljaar nog niet beschikbaar. Omdat hij deze klus klaart, heeft hij een paar keer de ruimte gekregen om een verre reis te maken tijdens schooltijd. Iets wat voor hem persoonlijk heel belangrijk is.
De situatie veroorzaakt in mijn hoofd kortsluiting. Wil ik hieraan meewerken? Collega’s hebben 12 weken per jaar vakantie. Vind ik het oké dat een collega, die een uitzonderlijke prestatie levert, deze ruimte krijgt. Is het gangbaar binnen de school dat individuele collega’s zich in een positie manoeuvreren waarbij ze andere rechten hebben dan gebruikelijk? Zijn er niet meer collega’s die uitzonderlijke prestaties leveren? Langs welke lat leggen we dit? Sluit dit aan bij mijn persoonlijke waarden? Sluit het aan bij de waarden van de school, van de organisatie? Is dit met andere woorden oké binnen de cultuur van de school, binnen de organisatie?
Wil ik deze cultuur handhaven of is dit het moment om hem te doorbreken als nieuwe leidinggevende?
Ik zie zijn persoonlijke wens en belang maar laat ik dat zwaarder wegen dan het organisatiebelang?
Iets in mij schreeuwt: “Gelijke monniken, gelijke kappen.” De situatie maakt mij boos en ik lig er wakker van.
Ik ben niet gerust op de consequenties van een te nemen beslissing en welke risico’s dat heeft. Ik ken de organisatie nog onvoldoende goed om in te kunnen schatten hoe mijn beslissing gaat vallen bij andere collega’s.
Maar mijn beslissing staat vast. Ik geef geen akkoord op een reis buiten de reguliere vakantie om. De consequenties zijn groot, hij weigert acuut om de taak nog langer te doen wanneer hij hiervoor geen toestemming krijgt en gaat daarin ver.
Het speelt twee weken voor de zomervakantie. Er is nog geen rapport uitgedraaid uit zijn systeem. Hoe ga ik dit oplossen? Wat gaat het doen met mijn draagvlak als kersverse directeur?
Ik informeer de afdeling. Godzijdank ontmoet ik steun voor mijn beslissing. Collega’s zijn bereid rapporten met de hand te schrijven. Ouders en studenten krijgen de informatie dat dit is omdat we een technische storing hebben. Dit levert geen enkele vraag of klacht op.
Wanneer de situatie achter de rug is, blijven een aantal vragen me parten spelen.
Waarom heb ik er zo’n hekel aan wanneer mensen zich in bevoorrechte posities wringen. Waarom maakt het me zo emotioneel en bozer dan professioneel gezien nodig is. Welke gebeurtenissen in mijn leven hebben hieraan bijgedragen? Hoe belangrijk is het om hierin voor mezelf helderheid te scheppen?
Zou het me gelukt zijn om een gezondere professionele afstand te houden wanneer ik meer inzicht had gehad in mijn persoonlijke drijfveren? Zou ik mijn argumenten duidelijker hebben gehad. Had ik er in dat geval steviger over kunnen communiceren of had ik zelfs andere beslissingen genomen?
Gelukkig liep het allemaal goed af maar als leidinggevende wil je niet zo met je rug tegen de muur gezet worden.
Ik heb sindsdien veel geleerd en ingezien hoe goed het is om te reflecteren op eigen gedrag en handelen en je te bezinnen op de vraag wie je wilt zijn in het licht van je leiderschap. Dat is niet gemakkelijk, het kost energie en doet soms pijn.
Of zoals mijn man zegt: “au au, ik groei.”